Vleermuistrek en windparken op zee

Gepubliceerd 22 april 2020

Vleermuizen komen regelmatig voor op de zuidelijke Noordzee. Ze jagen er op insecten. Overdag zoeken ze een schuilplaats, bijvoorbeeld op booreilanden, schepen of in windparken op zee.

Een gezenderde Ruige Dwergvleermuis

Tijdens vogeltellingen op de Noordzee en langs de kust worden al jaren vleermuizen gezien. Het gaat om soorten als de Ruige Dwergvleermuis, de Rosse Vleermuis en de Tweekleurige Vleermuis. Lange tijd werden deze observaties afgedaan als ‘anekdotische waarnemingen’. Tot het onderzoeksprogramma Wozep (Wind op zee ecologisch programma, gefinancierd door het ministerie van EZK) van Rijkswaterstaat (RWS) in 2015 besloot de vleermuistrek op zee in gestructureerde vorm te volgen. Waarom was dat nodig?

In het Noordzeebeleid zijn ‘schone energie’ en ‘behoud van biodiversiteit’ twee handen op een buik. Maar voor een goede match is er wel veel kennis nodig. Voor Wozep doet Sander Lagerveld, wetenschapper bij Wageningen University & Research (WUR) onderzoek naar de vleermuistrek in relatie tot windparken op zee. Dankzij deze nieuwe kennis kunnen windparken op zee beter rekening houden met vleermuizen.

Beschermde diersoort

Vleermuisonderzoeker Sander Lagerveld (WUR): “Vleermuizen zijn streng beschermde dieren. Vleermuizen op zee zouden het slachtoffer kunnen worden van windturbines door aanvaringen of barotrauma (drukverschillen). Maar of dat in de praktijk ook het geval is, is nog niet zo gemakkelijk vast te stellen. Onderzoek moet daarom inzicht geven in de vraag of en in welke mate vleermuizen nadelige gevolgen ondervinden van windparken op zee.”

“We begonnen in 2012 een pilotonderzoek met een paar batdetectoren. Dat zijn geluidsrecorders die het ultrasone geluid van vleermuizen kunnen waarnemen. Bij elke batdetector aan de kust of op zee registreerden we vleermuizen.”

En dus kwam er een vervolgonderzoek, gericht op het verkrijgen van een meer systematisch beeld van het vóórkomen van vleermuizen op zee in ruimte en tijd, en op het gedrag van de dieren. Met vragen als: welke vleermuissoorten trekken er over zee? Wanneer en onder welke omstandigheden gebeurt dat? Welk gedeelte van de populaties trekken over zee en of land? Worden vleermuizen aangetrokken tot windparken op zee?

Inzoomend op de interactie tussen vleermuizen en individuele windturbines richt het onderzoek zich op informatie over de verblijftijd in de windparken, vlieghoogte en uiteindelijk op slachtofferrisico’s.

Gebruik van onderzoeksresultaten Wozep in de kavelbesluiten

Het vleermuisonderzoek, zoals hier is beschreven, heeft onder andere al geleid tot een concreet voorschrift in de kavelbesluiten  van de windparken op zee die vanaf 2020 in gebruik genomen worden. De piek van de vleermuistrek vindt ’s nachts plaats tussen 25 augustus en 10 oktober. Hierbij spelen factoren zoals windsnelheid, windrichting en temperatuur ook een rol. Volgens het voorschrift worden windturbines binnen deze periode onder specifieke weersomstandigheden nagenoeg stilgezet (de wieken mogen maximaal 2 omwentelingen per minuut maken). Hier wordt gezocht naar de optimale balans tussen het voorkomen van vleermuisaanvaringen en het beperken van verlies van energieproductie. Het lijkt erop dat zo het risico op slachtoffers binnen aanvaardbare grenzen blijft. Het onderzoek wordt voortgezet om nog meer kennis op te doen, de effectiviteit van de vleermuistrek te toetsen en waar mogelijk te optimaliseren.

Een mooi voorbeeld van hoe Wozep onderzoek bijdraagt aan "schone energie" en "behoud van biodiversiteit".

Lees hier het volledige artikel: Vleermuismigratie en offshore windparken