Totstandkoming wind op zee

De totstandkoming van een windpark op zee bestaat uit een aantal stappen. Van het aanwijzen van een windenergiegebied tot de aanleg van een netaansluiting. En van een kavelbesluit tot een tender. Pas na die tender kan de bouw beginnen.

Stap 1: aanwijzen windenergiegebieden en verkenning aanlanding

De Rijksoverheid reserveert gebieden op zee voor windenergie. Nieuwe windparken op zee mogen alleen in zo’n aangewezen gebied komen te staan. Dat reserveren of ‘aanwijzen’ van windenergiegebieden gebeurt in het Nationaal Waterprogramma.

Het Nationaal Waterprogramma wordt elke zes jaar herzien en bevat de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid, inclusief de daartoe behorende aspecten van het ruimtelijke beleid. Het Nationaal Waterprogramma valt dus te beschouwen als een ‘bestemmingsplan’ voor de Nederlandse Noordzee. Eén onderdeel van het Nationaal Waterprogramma is het Programma Noordzee. Dit programma geeft een integrale visie op de Noordzee, waaronder een eerste uitwerking van de locaties voor nieuwe windparken op zee.

Tegelijkertijd met deze eerste stap voert de minister van EZK een zogenoemde Verkenning Aanlanding Wind op Zee (VAWOZ) uit, waarin hij onderzoekt op elke wijze en via welke routes (tracés) de energie vanuit de toekomstige windenergiegebieden naar het vaste land getransporteerd kan worden.

Nationale Waterprogramma’s

Het kabinet heeft in verschillende fases windenergiegebieden op de Noordzee aangewezen. In de jaren vóór 2022 gebeurde dat in een Nationaal Waterplan1. In 2009 wees het kabinet in het Nationaal Waterplan 2009-2015de gebieden Borssele en IJmuiden Ver aan. In 2014 voegde ze daaraan in het Nationaal Waterplan 2016-2021 de gebieden Hollandse Kust en Ten noorden van de Waddeneilanden toe. Eind 2016 voegde ze bovendien (met een gedeeltelijke herziening van het Nationaal Waterplan 2016-2021) stukken toe aan de gebieden Hollandse Kust (zuid) en Hollandse Kust (noord). Die stukken liggen tussen 10 en 12 nautische mijl uit de kust (tussen 18,5 en 22,2 kilometer).

In 2022 wees het kabinet in het Programma Noordzee 2022-2027, als onderdeel van het Nationaal Waterprogramma 2022-2027, de windenergiegebieden Nederwiek, Lagelander en Doordewind aan. Tegelijkertijd schrapte het kabinet de eerder aangewezen gebieden Hollandse Kust (zuidwest) en Hollandse Kust (noordwest) omdat deze vanwege ecologie, scheepvaart en visserij minder wenselijk bleken te zijn.

De vaststelling van een Nationaal Waterprogramma verloopt via de procedure van een rijksstructuurvisie. Een rijksstructuurvisie is een strategisch beleidsdocument over de ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in Nederland. Het geeft aan waar welke functies wenselijk zijn – en waar niet.
De procedure van een rijksstructuurvisie duurt 2,5 à 3 jaar. Het kabinet raadpleegt hierbij ook het parlement. In de procedure weegt het kabinet alle belangen af, dus ook die van bijvoorbeeld visserij, scheepvaart en natuur. Daartoe stelt het kabinet onder andere een milieueffectrapportage (plan-MER) op, dat getoetst wordt door de onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage. Bij de belangenafweging zijn de verschillende belanghebbenden betrokken, zij kunnen hiertoe ook zienswijzen indienen. 
De meest recente besluiten zijn opgenomen in het Programma Noordzee 2022-2027, dat onderdeel is van het Nationaal Waterprogramma 2022-2027. Tegen het Nationaal Waterprogramma staat geen bezwaar en beroep open.

1 Met de invoering van de Omgevingswet is de naamgeving van Nationaal Waterplan aangepast in Nationaal Waterprogramma. Het onderdeel Beleidsnota Noordzee heet voortaan Programma Noordzee.

Windpark in 11 stappen

Stap 2: voorlopige verkaveling

Na het aanwijzen van windenergiegebieden is het handig om een eerste indruk te hebben van de delen die daadwerkelijk te benutten zijn voor windenergie. Daarmee wordt duidelijker welke delen eventueel in aanmerking komen voor opname in de routekaart (stap 3) en dus nader onderzocht moeten worden (stap 4).

Vaak blijkt al snel dat er delen van een windenergiegebied afvallen omdat bijvoorbeeld rekening moet worden gehouden met bestaand gebruik, zoals olie- en gaswinning, en al aanwezige infrastructuur, zoals pijpleidingen en kabels. Het streven is steeds om de ruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken en een zo groot mogelijke energieopbrengst te krijgen binnen de beschikbare ruimte. De minister van EZK maakt in afstemming met andere betrokken ministeries en op basis van de zienswijzen van belanghebbenden op het aanwijzen van windenergiegebieden in het Programma Noordzee (stap1) eerste voorlopige schetsen van een of meer kavels per aangewezen windenergiegebied. In de aanloop naar de kavelbesluiten (stap 6) kunnen de voorlopige schetsen nog veranderen, afhankelijk van eventuele nieuwe onderzoeksresultaten en inzichten.

Stap 3: opstellen routekaart

Het kabinet stelt een ‘routekaart windenergie op zee’ op. Daarin geeft het weer in welke volgorde welke (delen van) windenergiegebieden tot windpark ontwikkeld worden en wanneer hiervoor de uitgifte van de kavels zal plaatsvinden.

Het kabinet maakt deze routekaart op tijd bekend. Dus voordat de vergunningprocedures starten voor de aanleg van het net op zee. En voordat de Rijksoverheid kavelbesluiten neemt voor de windparken (zie stap 6). In 2014 stelde het kabinet in de eerste fase van de routekaart vast wanneer het welke (kavels binnen) windenergiegebieden tot en met 2019 zou vergunnen voor de afspraken uit het Energieakkoord. Deze windparken worden tot en met 2023 in gebruik genomen. In 2018 deed het kabinet hetzelfde in de tweede fase van de routekaart, nu voor de gebieden die tot en met 2025 worden vergund (en tot en met 2030 in gebruik worden genomen) voor het Klimaatakkoord. Naar verwachting komt het kabinet in de loop van 2022 met een aanvulling op de routekaart, waarin extra windenergiegebieden worden ontwikkeld in de periode tot en met 2030.

Stap 4: onderzoek doen

Zodra een windparkontwikkelaar een tender wint, ontvangt hij de vergunning. Hij kan dan meteen aan de slag, van het sluiten van alle definitieve contracten met zijn financiers en toeleveranciers tot en met het voorbereiden van de bouw van het windpark.

Deze snelle start is mogelijk doordat de Rijksoverheid de noodzakelijke milieueffectrapportages en passende beoordelingen al heeft laten uitvoeren (zie hiervoor stappen 6 en 7) en laten toetsen door de onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage en (als beroep wordt aangetekend) de bestuursrechter.

Ook zorgt de Rijksoverheid met onderzoeken dat alle benodigde informatie over het windenergiegebied beschikbaar is, denk hierbij aan informatie over de windsnelheid, waterdiepte, golfhoogte, bodemgesteldheid, archeologie, aanwezigheid van scheepswrakken en niet ontplofte munitie. Deze informatie stelt de Rijksoverheid via een website beschikbaar aan windparkontwikkelaars. De ontwikkelaars hoeven daardoor deze onderzoeken niet zelf te doen en kunnen met de informatie een scherpere bieding doen in de tender. Zo worden de kosten van de onderzoeken (een paar miljoen euro) in principe terugverdiend.

Stap 5: voorbereiden netaansluiting

Deze vijfde stap vindt grotendeels gelijktijdig plaats met stap 6. Ze bestaat uit het voorbereiden van de aanleg van de netaansluiting tussen het windenergiegebied en het hoogspanningsnet op land. Deze stap is het vervolg op de uitkomsten van de VAWOZ uit stap 1.

De netaansluiting is onderdeel van het net op zee en bestaat uit vier elementen: een platform waarop de kabels van het windpark worden aangesloten, een kabelpaar vanuit het platform op zee naar land, een transformatorstation op land en (een ondergrondse verbinding naar) een hoogspanningsstation op land.

De wettelijke basis voor het net op zee is de Elektriciteitswet 1998. Daarnaast gelden bepalingen uit de Waterwet. Voor de aanleg van het net op zee heeft de Rijksoverheid TenneT aangewezen als netbeheerder. De voorbereiding en aanleg van een netaansluiting duurt ongeveer tussen de acht en tien jaar, afhankelijk van de toegepaste techniek en de afstand van het windpark tot het platform op land. De vergunningen en het inpassingsplan die nodig zijn voor net op zee komen tot stand onder de Rijkscoördinatieregeling (zie kader op deze pagina). Deze procedure bundelt en vereenvoudigt inspraak, bezwaar en beroep. Op meerdere momenten in het proces kunt u uw mening geven en een bijdrage leveren aan de besluitvorming. Aan het eind van het inspraakproces kunt u nog in beroep gaan tegen de definitieve vergunningen. Als er geen bezwaren of beroepen (meer) zijn worden de vergunningen onherroepelijk verleend.

Voor de netaansluiting wordt een milieueffectrapportage opgesteld waarvan de uitkomsten meewegen in de uiteindelijke tracékeuze en ook kunnen leiden tot voorwaarden in de vergunning. Ook wordt een passende beoordeling opgesteld om mogelijk significante gevolgen voor beschermde natuurwaarden van Natura 2000-gebieden op zee en langs de kust in kaart te brengen. De onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage toetst deze aan de wettelijke richtlijnen en geeft vervolgens een advies.

Stap 6: kavelbesluit nemen

De minister van EZK neemt een kavelbesluit. Een kavelbesluit bepaalt waar en onder welke voorwaarden een windpark binnen een windenergiegebied mag komen en in gebruik genomen mag worden. In het kavelbesluit staan daarom de ruimtelijke coördinaten waarbinnen het windpark mag komen. Ook bevat het kavelbesluit bindende voorschriften en maatregelen die de vergunninghouder van het windpark moet nakomen. Deze voorschriften en maatregelen zien onder andere toe op het beschermen van de natuur en worden gebaseerd op de milieueffectrapportage en passende beoordeling die voor de kavelbesluiten worden opgesteld. De onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage toetst deze aan de wettelijke richtlijnen en geeft vervolgens een advies. De passende beoordeling, die mogelijk significante gevolgen voor beschermde natuurwaarden van Natura 2000-gebieden op zee en langs de kust in kaart brengt, maakt gebruik van het Kader Ecologie en Cumulatie (KEC). Dit bevat de opgetelde effecten op de natuur van alle tot 2030 geplande windparken op zee, ook die van windparken op zee in naburige landen. De wettelijke basis voor een kavelbesluit is de Wet windenergie op zee. Een kavelbesluit wordt voor inspraak voor iedereen ter inzage gelegd. Daarna is een kavelbesluit definitief. Een definitief kavelbesluit wordt onherroepelijk als er geen bezwaren of beroepen (meer) zijn.

Stap 7: tender organiseren

Nadat de Rijksoverheid definitief een kavelbesluit heeft genomen start zij een tenderprocedure. De winnaar van de tender krijgt de vergunning voor het windpark; hij mag het windpark gaan bouwen en exploiteren.
De Wet windenergie op zee biedt vier mogelijkheden voor de tenderprocedure. Ten eerste een procedure met subsidie. Hierin wint de deelnemer die de minste subsidie vraagt voor de energie die het windpark zal produceren. De overige procedures zijn zonder subsidie, met andere woorden: de winnaar ontvangt geen subsidie voor de energie die het windpark zal produceren. Allereerst is er een vergelijkende toets, waarbij op basis van rangschikkingscriteria een winnaar uit de bus komt. Daarnaast is er een vergelijkende toets met financieel bod. Biedende partijen bieden dan ook nog een geldbedrag voor het mogen exploiteren van het betreffende kavel. Tot slot kan de overheid ook kavels veilen. De winnaar is dan de partij die het hoogste geldbedrag biedt. De kavels in windenergiegebied Borssele zijn uitgegeven met een subsidietender. De kavels in de gebieden Hollandse Kust (zuid en noord) met een vergelijkende toets. Voor de kavels in Hollandse Kust (west) doen bieders voor het eerst ook een financieel bod.

Stap 8: vergunning verlenen

Zodra de winnaar van de tender bekend is, ontvangt deze de vergunning. De Rijksoverheid verleent de vergunning voor de bouw, de exploitatie en het verwijderen van het windpark. In deze vergunning zijn onder andere voorwaarden opgenomen voor een veilige en verantwoorde plaatsing van de windturbines. Denk hierbij aan de zichtbaarheid en markering van de turbines voor de scheepvaart en de luchtvaart. Ook is in de vergunning opgenomen dat de vergunninghouder medewerking verleent aan de inzet van de Kustwacht en aan het plaatsen van sensoren op de windturbines. Met deze sensoren worden gegevens verzameld voor onder andere ecologisch onderzoek.

Stap 9: bouw van het windpark en netaansluiting

Na ontvangst van de vergunning kan de windparkontwikkelaar aan de slag om alle contracten te sluiten met zijn financiers en toeleveranciers en met het voorbereiden van de bouw van het windpark. Zodra de bouw aanvangt, stelt Rijkswaterstaat een tijdelijke veiligheidszone rondom het kavel. Binnen die zone mogen dan alleen vaartuigen komen die betrokken zijn bij de bouw van het windpark, die deel uitmaken van inspecties of die expliciete toestemming hebben. Bij de bouw en exploitatie van de windparken voeren Rijkswaterstaat en Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) toezicht en handhaving uit. Het duurt ongeveer vier jaar vanaf het moment van vergunningverlening voordat het windpark volledig in bedrijf is.

Zodra de vergunningen voor de netaansluiting zijn verstrekt (stap 5) kan TenneT aan de slag met de fabricage en aanleg van platform(s) en kabels. Dit werk wordt uitgevoerd door marktpartijen in opdracht van TenneT.

Stap 10: toezicht houden

Rijkswaterstaat houdt toezicht op de voorbereiding, de bouw én de exploitatie van de windparken. Dit toezicht varieert per fase. In de voorbereiding van de bouw betreft dit vooral het toetsen van door de vergunninghouder opgestelde werkplannen. Tijdens de bouwfase worden controles uitgevoerd door de schepen en vliegtuigen van de Kustwacht en door Staatstoezicht op de Mijnen. Tijdens de exploitatiefase ligt de nadruk op het controleren van het uitgevoerde beheer en onderhoud.

Stap 11: exploitatie van het windpark

De vergunning wordt voor een periode van maximaal 40 jaar afgegeven. Aan het einde van deze periode moet de vergunninghouder het windpark verwijderen. Dat is geregeld in de vergunning. De vergunninghouder moet ook een bankgarantie afgegeven voor het opruimen van het windpark. Het bouwen en verwijderen van een windpark duurt ongeveer 5 jaar. De rest van de vergunningsduur kan het windpark energie opwekken.

Rijkscoördinatieregeling (RCR)

De Rijksoverheid kan bij projecten van nationaal belang de besluitvorming coördineren. In het geval van projecten op het gebied van energie-infrastructuur die van nationaal belang zijn, ligt de coördinatie bij de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Deze minister deelt het bevoegd gezag over de RCR met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
In de Rijkscoördinatieregeling nemen de bevoegde gezagen (zoals de Rijksoverheid, provincies en gemeenten) tegelijkertijd en in onderling overleg verschillende besluiten die voor een project nodig zijn. Bij die besluiten gaat het naast vergunningen en ontheffingen ook vaak om een inpassingsplan van de Rijksoverheid. Dat plan is een ruimtelijk besluit van de Rijksoverheid, vergelijkbaar met een bestemmingsplan.

De Rijksoverheid legt alle besluiten voor een project in principe tegelijkertijd in ontwerp ter inzage. Op dat moment kan iedereen daarop een zienswijze geven. De overheden die als bevoegd gezag betrokken zijn, nemen daarna de definitieve besluiten (wederom) tegelijkertijd. Daarbij houden ze rekening met de ontvangen adviezen en zienswijzen.
Als een burger of organisatie die belanghebbend is bij één of meerdere besluiten het niet eens is met één of meer van die besluiten, kan hij in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mits hij eerder een zienswijze had ingediend.

Garanties voor de bouw

De Rijksoverheid kijkt bij de beoordeling van subsidieaanvragen scherp naar de soliditeit van de aanvragers, de projectopzet en de risicobeheersing. Dat verkleint het risico dat de winnaar van een tender het windpark uiteindelijk niet bouwt. Daarnaast heeft de Rijksoverheid de wettelijke mogelijkheid om een ‘last onder dwangsom’ op te leggen en zelfs de vergunning in te trekken als een partij zijn verplichting niet nakomt.

Doorverwijzingen

Nederlandse aanpak

Minister Wiebes die de vergunninghouder feliciteert met het winnen van de tender

Waarom is windenergie op zee nodig? Wat zijn de doelen en hoe zorgt de Rijksoverheid ervoor dat doelen worden gehaald?

Noordzee

Algemeen beeld van de Noordzee met bijvoorbeeld schepen

Over hoe de Rijksoverheid de Noordzee beheert en hoe de ruimte op de Noordzee is verdeeld. Wat op de Noordzee kan en mag, en welke regels en voorwaarden daarvoor gelden.

Innovatie

Bouw windpark

Innovatie, ontwikkeling (internationale) samenwerking en opleidingen zijn belangrijk om de kosten van wind op zee omlaag te krijgen en biedt daarmee economische kansen.

Werk en scholing

Mensen die werken aan een windmolen (lasser)

De windsector biedt perspectieven voor mensen die willen werken in de wind. NWEA is de verbinder binnen de sector en koppelt relevante partijen aan elkaar binnen de sector.

Veelgestelde vragen

Op deze website vindt u veel informatie over Wind op zee. Vindt u niet wat u zoekt? Kijk dan bij de veelgestelde vragen of neem contact met ons op.

Voorgestelde veelgestelde vragen