Effect op vissen
In het Nederlandse deel van de Noordzee komen veel verschillende soorten vissen voor. Er zijn ongeveer 145 vissoorten, waaronder haaien en roggen. Omdat haaien en roggen een beschermde status hebben, is er in het Wozep-programma extra aandacht voor deze soorten en de mogelijke negatieve effecten van windparken op zee.
Commerciële vissoorten, zoals tong, schol, haring en kabeljauw, zijn niet beschermd onder de Omgevingswet (vissers mogen ze vangen). Het behouden deze soorten is afhankelijk van de visserijdruk (hoeveel er gevist wordt in een bepaald gebied). Het gemeenschappelijk visserijbeleid van de Europese Unie regelt dit. Zo gelden voor verschillende soorten vangstquota.
Effect van windturbines
Vissen, waaronder haaien en roggen, kunnen last hebben van elektromagnetische velden. Elektriciteitskabels van de windturbines en de kabels vanuit de windparken naar het vaste land veroorzaken deze. Elektromagnetische velden kunnen invloed hebben op gedrag, migratie, het vinden van voedsel en de voortplanting van een soort. Het is nog niet bekend hoe groot deze gevolgen zijn.
Heigeluid tijdens de aanleg van een windpark kan vissen verstoren. Maar de turbinepaal en de stortstenen aan de voet van de paal kunnen ook vissen aantrekken. Door die harde structuren is er meer of ander voedsel te vinden. En het kan een goede plek zijn om te rusten, of dienen als paai- en opgroeiplek voor jonge vis.
Onderzoek
Over de effecten van magneetvelden op de natuur (zoals vissen en bodemleven) is nog weinig bekend. Sommige vissoorten, zoals haaien en roggen, hebben misschien last van de magneetvelden die de elektriciteitskabels produceren. Rijkswaterstaat onderzoekt deze effecten in het Wozep-programma. En samen met onder meer TenneT via het ElasmoPower-project.
Het Elasmopower-project onderzoekt de effecten van elektromagnetische velden op kraakbeenvissen, haaien en roggen. Het bouwt voort op een eerste studie die onderzoeksbureau WaterProof in 2019 deed in opdracht van het Wozep-programma in 2019. Het ElasmoPower-project bestaat uit 6 stappen:
- Meten van elektromagnetische velden van kabels.
- In een laboratorium onderzoeken wat de reacties van verschillende haaien en roggensoorten zijn op de gemeten sterktes van de elektromagnetische velden.
- Elektromagnetische velden koppelen aan het voorkomen van negatieve reacties en het gedrag van haaien en roggensoorten.
- Effecten bepalen van elektromagnetische velden op de aanwezigheid van prooisoorten en op het gebruik van stortsteen rondom windturbines voor eierafzetting.
- Met modellen inzicht geven in de gevolgen van elektromagnetische velden. En adviseren over mogelijke maatregelen om negatieve gevolgen te beperken.
- Resultaten rapporteren en verwerken in de besluitvorming over de ontwikkeling van windparken op zee.
Ook TenneT onderzoekt de gevolgen van magneetvelden op de natuur in zee. Tennet doet bijvoorbeeld metingen bij gelijkstroomkabels die al in gebruik zijn, om in kaart te brengen wat de grootte en de sterkte van het magneetveld van die kabels is. Bijvoorbeeld bij kabels die ons elektriciteitsnet verbindt met dat van andere Noordzeelanden, zoals Denemarken, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. TenneT meet daarvoor op verschillende begraafdieptes en in verschillende bodemsoorten. De meetgegevens gebruiken ze om berekeningen van computermodellen te controleren en die modellen te verbeteren. Ze worden ook gebruikt in de milieueffectrapportages en monitorings- en evaluatieplannen voor delen van het net op zee die de komende jaren worden aangelegd. Op deze manier probeert TenneT het gebied en het effect van magneetvelden rond de kabels zo goed mogelijk te bepalen. En als dat nodig is, maatregelen te nemen om de effecten te verminderen.
Er is nationaal en internationaal onderzoek gedaan naar de effecten van windparken op vissen in verschillende fasen van hun ontwikkeling (vislarve, jonge vis, volwassen vis). Daaruit blijkt dat het heigeluid in de bouwfase van een windpark schadelijk kan zijn voor in ieder geval jonge vis. Onderzoek naar het effect van geluid op vislarven liet geen groot effect zien.
Of het geluid van een draaiend windpark ook gevolgen heeft, is nog niet duidelijk.
Er is nog niet veel bekend over het onderwatergeluid van draaiende windturbines en de effecten daarvan op vissen. Wel is bekend dat het geluid niet hard is, en vaak niet uitkomt boven het achtergrondgeluid dat (vissers)schepen veroorzaken.
Metingen in bestaande windparken laten geen grote effecten op de aantallen vissen in de windparken zien. Wel zijn er rondom de funderingen van windturbines meer en andere vissoorten dan op andere plekken, in het bijzonder rond de stortsteen (om erosie tegen te gaan).
WOZEP en andere onderzoeken door de Rijksoverheid op het Noordzeeloket .
Maatregelen
Er is een grens voor de hoeveelheid onderwatergeluid dat het heien van de funderingen van windturbines mag veroorzaken. Om dit heigeluid te verminderen wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van een soort mantel om de heipaal heen, of van zogenaamde bellenschermen. Deze maatregelen dempen het onderwatergeluid. Verder zorgen afschriksignalen voor het heien begint ervoor dat zeezoogdieren en gevoelige vissen uit het gebied weggaan. Daarna begint het heien met een lage hei-energie, zodat de vissen de tijd hebben om naar een veilige locatie te zwemmen.
Om negatieve effecten van elektromagnetische velden te voorkomen, moeten de kabels van de windparken naar het vaste land op een diepte van 1 meter begraven liggen.