Zichtbaarheid van windturbines vanaf de kust
Een deel van de windparken op zee is te zien vanaf de kust. De zichtbaarheid van windturbines verschilt per windpark. De zichtbaarheid is afhankelijk van de afstand tot de kust. Ook het weer (helder of mistig, bewolkt of onbewolkt) is bepalend, net als de stand van de zon.
De volgende windparken zijn te zien vanaf de kust:
- Egmond aan Zee
- Prinses Amaliawindpark
- Luchterduinen
- Borssele
- Hollandse Kust Zuid
- Hollandse Kust Noord
Van elk windpark is bekend hoe vaak de dichtstbijzijnde windturbine zichtbaar is vanaf de kust. Die tijd drukken we uit in het ‘zichtbaarheidspercentage’. Het zichtbaarheidspercentage van windturbines is het hoogst in de zomer (van 1 mei tot en met 30 september). Het percentage is lager vanaf plekken aan de kust die verder van het windpark liggen.
Duur van de zichtbaarheid
De dichtstbijzijnde windturbines van de windparken in Borssele staan ruim 22 kilometer uit de kust. In de zomer zijn deze turbines een deel van de dag te zien. Om precies te zijn: 15% tot 27% van de tijd tussen 7:00 uur en 21:00 uur.
De dichtstbijzijnde windturbines van de gebieden Hollandse Kust Zuid en Hollandse Kust Noord staan 18,5 kilometer uit de kust. De dichtstbijzijnde turbines zijn in de zomer maximaal 37% tot 43% van de tijd te zien.
De windturbines in de gebieden Hollandse Kust (west), IJmuiden Ver en Ten noorden van de Waddeneilanden komen zó ver van de kust te staan dat ze niet te zien zijn vanaf land.
Beperking van zichtbaarheid
Vooral (inwoners van) kustgemeenten zijn bezorgd over de zichtbaarheid van windparken op zee. De Rijksoverheid liet in overleg met lokale wethouders en ambtenaren van kustgemeenten onderzoeken hoe we deze zichtbaarheid kunnen verminderen. Uit dit onderzoek is bleek dat 2 dingen de zichtbaarheid van windturbines bepalen:
- verlichting (vooral ’s nachts belangrijk)
- kleuren (vooral overdag belangrijk)
Verlichting van windparken aanpassen
Eén van hun conclusies is dat vooral het knipperende rode licht boven op de mast van de windturbine storend is.
Op basis van dit onderzoek maakten we afspraken over de verlichting van nog te bouwen windparken. In de kavelbesluiten voor de windparken staan de volgende afspraken:
- Laat verlichting niet meer knipperen, maar vast branden.
- Dim het licht bij goed zicht. Naar 30% van de volledige lichtsterkte als het zicht tussen de 5 en 10 kilometer is, naar 10% van de volledige lichtsterkte als het zicht meer dan 10 kilometer is.
- Verlicht alleen de windturbines aan de rand van een windpark. Bij deze ‘contourverlichting’ moet iemand in de cockpit van een helikopter of vliegtuig niet meer dan 900 meter afstand zien tussen de losse verlichting op windturbines. Afhankelijk van het ontwerp van het windpark is dan 1 à 2 op de 3 windturbines verlicht.
Contourverlichting van een windpark
Op dit moment is een vervolgonderzoek bezig. Dit onderzoek kijkt naar de mogelijkheden om de verlichting van windturbines (op zee én op land) nog minder te laten branden: alleen wanneer er vliegtuigen of helikopters in de buurt van het windpark komen. Dit gebeurt met een radardetectiesysteem. Een eerste studie(opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website) liet al zien dat dit werkt. Op dit moment kijken onderzoekers of en met welke voorwaarden we zo’n detectie- en verlichtingssysteem veilig kunnen toestaan en gebruiken.
Kleuren van windparken aanpassen
De kleur van windturbines heeft invloed op hun zichtbaarheid overdag. Onderzoekers keken wat de effecten zijn van andere kleuren van windparken:
- Ze keken eerst naar de wetenschappelijke literatuur. Er zijn genoeg aanwijzingen dat kleur de zichtbaarheid van windparken kan beïnvloeden.
- Daarna ontworpen ze schaalmodellen van windturbines, elk met een hoogte van 3 meter. Een testpanel beoordeelde deze schaalmodellen. Ze vergeleken op de Tweede Maasvlakte een standaard witte windturbine met 2 verschillende grijze turbines. Uit dit onderzoek bleek dat witte windturbines het slechtst te zien zijn bij bewolkt weer. De witte turbines zijn dan lastig te onderscheiden van de witgrijze kleur van de lucht. Bij zonnig weer met een blauwe lucht op de achtergrond zijn grijze windturbines juist het slechtst te zien.
- De onderzoekers maakten op basis van deze test fotovoorbeelden van windparken in verschillende kleuren. Meer dan 1.100 personen beoordeelden de fotovoorbeelden, onder wie inwoners van kustgemeenten. Zij hadden een lichte voorkeur voor grijze windturbines.
De onderzoekers adviseerden de donkerste kleur grijs te gebruiken die is toegestaan in de internationale regels voor luchtvaartveiligheid: kleur RAL 7035 (zie afbeelding). Deze kleur is nu verplicht in de kavelbesluiten.
Geen camouflagepatronen voor windparken
Uit het onderzoek bleek dat ook camouflage de zichtbaarheid vermindert. Ze maken windturbines op afstand minder herkenbaar. Het lijkt door de camouflage dan alsof die turbines opgeknipt zijn in kleinere delen. Maar camouflage is niet toegestaan volgens de internationale voorschriften voor luchtvaartveiligheid.
Ook is het coaten (verven) van windturbines in camouflagepatronen lastiger. Het coatproces en de verfinstallatie moeten namelijk anders. Verder kunnen camouflagepatronen ‘stress’ veroorzaken: een zwart vlak warmt sneller en sterker op dan een wit vlak dat ernaast ligt. Hierdoor kan de levensduur van de mast en wieken korter zijn.
Gevolgen zichtbaarheid voor lokale economie
De Rijksoverheid liet onderzoeken welke gevolgen de komst en de zichtbaarheid van windparken op zee hebben voor de lokale economie. Dat onderzoek moest vooral kijken naar de effecten op recreatie en kusttoerisme.
In 2016 onderzocht economisch onderzoeksbureau Decisio de regionale kosten en opbrengsten en de effecten op werkgelegenheid van de Hollandse Kust-windparken. Daaruit bleek dat er kleine negatieve effecten te verwachten zijn voor de recreatie- en toerismesector aan de kust.
Op verzoek van de kustregio’s is in 2016 extra onderzoek gedaan naar de toeristische en recreatieve beleving van de kust bij de komst van windparken op zee. Deze studie bevestigde het beeld dat mogelijke negatieve effecten zeer klein zijn.
Ondanks deze studies zijn enkele kustregio’s nog bezorgd dat de komst van die windparken toch een terugloop van het toerisme en recreatie veroorzaken. Daarom keek de Rijksoverheid met de kustregio’s of er draagvlak is om de Nederlandse kust samen te promoten. Uit dit onderzoek van het bureau Motivaction in 2018-2019 bleek dat het grootste deel van de kustgemeenten het liefst de eigen unieke eigenschappen promoot.