Meedoen aan besluitvorming over wind op zee

De Rijksoverheid wil de omgeving betrekken bij het maken van de plannen en besluiten voor wind op zee. Bijvoorbeeld bij het maken van de kavelbesluiten op zee. Of bij het bepalen via welke routes en op welke plekken de elektriciteitskabels en waterstofleidingen van zee naar land komen. Dit noemen we ‘participatie’.

In de fase waarin de Rijksoverheid plannen maakt, werkt het steeds meer samen met lokale overheden, professionele belanghebbenden en bewoners die iets kunnen gaan merken van een windpark, het nieuwe net op zee of de aanlanding van elektriciteit en waterstof naar land. Dit doet de overheid omdat dit onderdeel is van de overgang naar een duurzame energievoorziening voor heel Nederland. En omdat de verduurzaming steeds vaker gebeurt waar Nederlanders wonen, werken en recreëren.

Door samen te werken met lokale partijen en mensen met gebiedskennis op land, onderzoekt de Rijksoverheid mogelijke kabelroutes en waterstofleidingen. En de aansluiting daarvan op het hoogspanningsnet en waterstofnetwerk. Deze samenwerking leidt tot betere resultaten en meer draagvlak.

In de Omgevingswet staat aan welke voorwaarden participatie moet voldoen. Ook in het Klimaatakkoord staan afspraken over meer participatie van de omgeving bij de realisatie van ons duurzame energiesysteem van de toekomst.

Participatie wind op zee en net op zee

Bureau Energieprojecten  organiseert namens de RVO samen met TenneT en bijvoorbeeld gemeenten en provincies momenten voor lokale inspraak.

Lees hier welke mogelijkheden voor participatie er dit jaar zijn

Hieronder staat stap voor stap hoe we de omgeving betrekken bij het besluitvormings- en inspraakproces.

Participatie kavelbesluiten

Per windenergiegebied bekijkt de Rijksoverheid hoe de kavels voor de windparken eruit kunnen zien. De inrichting van een kavel en de voorwaarden waaraan een windpark moet voldoen staan in een kavelbesluit. Over de kavelbesluiten voor windparken op zee spreken vooral partijen die actief zijn op zee zich uit, zoals vissers of olie- en gasbedrijven.

De Rijksoverheid stelt eerst een concept-kavelbesluit op. Deze ligt 6 weken ter inzage. Tijdens deze periode is het mogelijk om een officiële reactie in te dienen. Op de eerste dag van de terinzagelegging komen de stukken op de projectpagina van RVO te staan. Een reactie indienen is mogelijk op 3 manieren:

  • digitaal (via het formulier op de website, dit heeft de voorkeur)
  • schriftelijk (via een postadres)
  • mondeling (via een telefoonnummer)

Na de terinzagelegging worden de reacties verzameld en beantwoord. Met de inhoud van de reacties komen eventueel aanpassingen op het ontwerpkavelbesluit om tot een kavelbesluit te komen. Wanneer het kavelbesluit definitief is, kan iemand hier tot 6 weken na publicatie tegen in beroep gaan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Participatie VAWOZ en PAWOZ

Met participatie willen de programma’s VAWOZ en PAWOZ tot breed gedragen oplossingen komen. En de besluitvorming rond de aanlanding van wind op zee goed voorbereiden. Met verschillende mogelijkheden tot participatie willen de programma’s zo goed mogelijk gebruikmaken van de gebiedskennis van betrokken belanghebbenden, zoals industrie en omwonenden. Hierdoor krijgen de programma’s een beeld van de verschillende belangen, vragen, zorgen en andere ontwikkelingen in de regio’s.

De programma’s maken een verschil tussen formele inspraakmomenten en informele inspraakmomenten.

Formele inspraakmomenten

Formele inspraakmomenten heten ‘terinzageleggingen’. Dit werkt hetzelfde als bij de concept-kavelbesluiten. Bij een terinzagelegging is een document voor een periode van 6 weken openbaar. In deze periode kan iedereen een reactie indienen met vragen, opmerkingen of voorstellen. Daarna stelt het programma een Nota van Antwoord op. Hierin staan antwoorden op de reacties.

De volgende documenten hebben een terinzagelegging:

  • Voornemen en voorstel voor participatie. Hierin beschrijven de programma’s hoe zij belanghebbenden in de toekomst betrekken bij de projectprocedure. Geïnteresseerden kunnen aangeven hoe zij bij de volgende stappen betrokken willen worden.
  • Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (concept-NRD). Dit is het concept-onderzoeksplan. Hierin staat welke routes en mogelijke aanlandlocaties het plan-milieueffectrapport (Plan-MER) en de Integrale Effectenanalyse (IEA) onderzoeken.
  • Ontwerpprogramma met plan-MER en IEA. Tijdens deze terinzagelegging publiceert het programma de onderzoeksresultaten en de geplande eindbesluiten.

Rond de terinzagelegging van belangrijke conceptdocumenten organiseert het programma informatiebijeenkomsten in de regio’s. De programma’s gaan dan in gesprek met de omgeving om hen te informeren en om ideeën en inzichten op te halen. Bezoekers kunnen hier direct een formele reactie indienen.

Informele inspraakmomenten

Naast de formele inspraakmomenten organiseren de programma’s ook verschillende informele participatiemomenten voor verschillende groepen belanghebbenden. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Werksessies: verschillende belanghebbenden doen hier op uitnodiging aan mee. Denk aan provincies, gemeentes, industrie en maatschappelijke organisaties. De input uit de werksessies neemt het programma mee in de vervolgstappen en besluitvorming.
  • Dialoogsessies: als er behoefte aan is, organiseren de programma’s dialoogsessies. Dit zijn informele bijeenkomsten waar iedereen welkom is en waarin informatie wordt gedeeld en opgehaald. Denk hierbij aan dorpsraden en omwonenden.
  • Netwerkgesprekken: tijdens de programma’s kunnen individuele belanghebbenden, van overheden tot bewoners, ook in contact komen met de programma’s. De programma’s zoeken dan naar een geschikte vorm en een geschikt moment om met elkaar in gesprek te gaan over specifieke thema’s.

Op de websites van VAWOZ en PAWOZ vindt u een overzicht van de geplande participatiebijeenkomsten van deze programma’s.