Aanlandingen wind op zee

Windparken worden met het net op zee verbonden met het energiesysteem op land. De route van de kabels en leidingen van het net op zee en de plek waar de kabels en leidingen aan land komen, noemen we de aanlanding. De Rijksoverheid onderzoekt in 2 programma’s mogelijke routes om de opgewekte elektriciteit en waterstof van zee naar het vasteland te brengen: het Programma Aansluiting Wind Op Zee – Eemshaven (PAWOZ – Eemshaven) en het Programma Verbindingen Aanlanding Wind Op Zee 2031-2040 (VAWOZ).

De onderzoeksprogramma’s kijken naar de toekomstige aanlanding van windenergie op zee. Dit heeft overlap met de ontwikkeling van het net op zee. Ook hier spelen de kabels en leidingen die van zee naar land lopen een belangrijke rol. Daarnaast onderzoeken de programma’s ook het laatste stukje van de aanlanding: hoe en waar de elektriciteit op het hoogspanningsnet in Nederland komt. Dit bestaat uit verschillende onderdelen:

  • Het converterstation op land. Omdat nieuwe windparken steeds verder op zee komen te liggen, komt steeds meer elektriciteit in de vorm van gelijkstroom aan land. Gelijkstroom leidt bij het transport van stroom over grote afstanden tot minder energieverlies dan wisselstroom. De gelijkstroom gaat eerst naar een converterstation, dat de gelijkstroom omzet in wisselstroom. Want het hoogspanningsnet op het land gebruikt wisselstroom.
  • Het transformatorstation op land. Het transformatorstation ontvangt de stroom direct van de kabels tussen het windpark op zee en het vasteland (bij windparken op minder dan 100 kilometer van de kust) of van het converterstation (bij windparken op meer dan 100 kilometer van de kust). Het transformatorstation brengt de stroom op de juiste spanning. Daarna stuurt het de elektriciteit door naar een hoogspanningsstation in de buurt.
  • Het hoogspanningsstation. Dit station zet de elektriciteit op het landelijke hoogspanningsnet. Vanaf daar gaat de elektriciteit verder richting de afnemers, zoals de industrie en huishoudens. Om energieverlies te voorkomen, is het belangrijk dat het converterstation en transformatorstation dicht bij het hoogspanningsstation staan.

Net op zee - dwarsdoorsnede_2024_V5


Energietransport in de toekomst: waterstof?

Waterstof kan een belangrijke rol spelen bij het naar land brengen van de elektriciteit die windparken op zee opwekken. Waterstof produceren bij windparken op zee is nieuw. De eerste kleine proefprojecten (pilots) beginnen nu te komen.

Vanaf 2030 start waterstofproductie op zee op een kleine schaal. In de jaren daarna wordt waarschijnlijk een deel van de opgewekte elektriciteit in windparken op zee omgezet in waterstof. Dan moet de energie-infrastructuur op zee ook waterstof kunnen vervoeren. Dit gebeurt in energiehubs (energieknooppunten) in windenergiegebieden. Onderzoeken voor toekomstige windparken kijken daarom niet alleen naar de mogelijke aanleg van kabels, maar ook naar leidingen.

PAWOZ – Eemshaven

Het Programma Aansluiting Wind Op Zee – Eemshaven (PAWOZ-Eemshaven) onderzoekt de mogelijkheden voor kabel- en leidingroutes vanaf de Noordzee naar de Eemshaven in Groningen.

Het programma heeft 2 doelen:

  • Volgens de routekaart 21 GW routes vastleggen waarmee windparken Doordewind en Ten noorden van de Waddeneilanden (waterstofdemo van 500 MW) aangesloten worden in de omgeving van de Eemshaven.
  • Mogelijke routes naar de Eemshaven voor toekomstige windparken onderzoeken.

In het grote onderzoeksgebied van PAWOZ - Eemshaven maakt het programma keuzes over de ruimte die beschikbaar is. En hoe we die gebruiken. Deze keuzes hebben invloed op:

  • omgeving
  • natuur
  • scheepvaart
  • landbouw
  • visserij
  • economie

Mogelijke routes die overblijven komen in het Programma Verbindingen Aanlanding Wind Op Zee 2031-2040. Deze routes zijn geschikt voor toekomstige windparken.

VAWOZ

Het kabinet heeft in het Regeerprogramma bepaald dat het tussen 2032 en 2040 de capaciteit van windenergie op zee vergroot van 21 gigawatt (GW) naar 50 GW. Het Programma Verbindingen Aanlanding Wind Op Zee (VAWOZ) 2031-2040 onderzoekt hoe deze energie aan land moet komen en kan aansluiten op het hoogspanningsnet of waterstofnetwerk. Ook onderzoekt het programma mogelijke locaties op land om met elektrolyse van windenergie waterstof te maken. Hiervoor werkt het ministerie van Klimaat en Groene Groei nauw samen met onder meer Rijkswaterstaat, Gasunie, TenneT en lokale overheden.

Om van 21 naar 50 GW te groeien, wil Programma VAWOZ 10 elektriciteitskabels van elk 2 GW en 2 waterstofverbindingen aan land brengen. Hiervoor onderzoekt het programma kansrijke kabel- en leidingroutes op de Noordzee en zogenaamde aanlandlocaties in verschillende regio’s in Nederland:

  • Noord-Holland
  • Zuid-Holland
  • Noord-Brabant en Limburg
  • Zeeland

Het doel is om zoveel mogelijk energie direct aan te sluiten op grote industriële afnemers, zodat de elektriciteit niet het overvolle elektriciteitsnet op hoeft. Hiervoor kijkt het programma naar 4 grote industriële clusters in Nederland, waar veel industrie samenkomt: Rotterdam/Rijnmond, Noordzeekanaalgebied (Tata Steel), Chemelot (Zuid-Limburg) en Zeeland. De meeste beoogde aanlandlocaties zitten dan ook in de buurt van deze clusters.

Er zijn een aantal onderwerpen die belangrijk zijn om te onderzoeken, voordat de keuze voor een bepaalde aanlandlocatie wordt gemaakt. Het programma VAWOZ onderzoekt deze onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan:

  • of de elektriciteit past op het elektriciteitsnet
  • wat de gevolgen zijn voor het milieu
  • de omgeving
  • de economie
  • of de plannen technisch mogelijk, veilig en betaalbaar zijn

Daarnaast kijkt het programma of de plannen nog passen binnen de plannen voor het energiesysteem van de toekomst.