Trekgedrag ruige dwergvleermuis onderzocht voor Wozep

Gepubliceerd 22 september 2023

Het Wind op zee ecologisch programma (Wozep) doet doorlopend onderzoek naar de ecologische effecten van windenergie op zee. Ook het gedrag van dieren boven én onder water wordt onderzocht. In een nieuwe studie komen verrassende inzichten over de herfsttrek van ruige dwergvleermuizen over de zuidelijke Noordzee naar boven. Dit is waardevolle informatie voor de ontwikkeling van windenergie op zee.

Vier jaar lang stond akoestische meetapparatuur van onderzoekers op 13 platforms op de Noordzee. Daarmee luisterden ze naar passerende ruige dwergvleermuizen tijdens hun trek over zee. Ruige dwergvleermuizen leggen grote afstanden af tussen gebieden in Noordoost-Europa (waar ze in de zomer verblijven) en hun overwinteringsgebieden in Zuid- en West-Europa. Ze trekken deels over land, maar ook over zee – en daarbij kunnen ze hinder ondervinden van de windturbines op zee.

Patronen in gedrag

Dankzij de meetapparatuur is nu veel bekend over het gedrag van vleermuizen. Zo wijst het onderzoek uit dat er patronen zijn in het trekgedrag. De herfsttrek van ruige dwergvleermuizen gebeurt vooral tussen medio augustus en eind oktober. De piek vindt plaats in september en oktober, maar tot medio november gaat de herfsttrek door. Ruige dwergvleermuizen werden het vaakst gezien voor de kust van Noord-Holland. Richting het noorden en zuiden werden de dieren minder vaak waargenomen. Verder valt op dat de dieren erg actief zijn op offshore structuren verder op zee, vooral aan het begin van de nacht. Het lijkt er op dat de ruige dwergvleermuizen daar rusten voor ze ’s nachts verder trekken. Dit betekent ook dat de vleermuizen zich lang boven zee bevinden, vooral verder van de kust.

Invloeden op de trek

De trek van de ruige dwergvleermuizen wordt ook beïnvloed door windomstandigheden en de maanstand. Zo geven ze de voorkeur aan meewind uit het oost-noordoosten, omdat dit de trekvlucht makkelijker maakt. De vleermuizen zijn echter ook gesignaleerd bij tegenwind of zijwind, wat duidt op hun vermogen om te navigeren bij wisselende windomstandigheden. Verder blijken de vleermuizen weinig te vliegen tussen volle maan en het laatste kwartier. Vlak voor de nieuwe maan is er en toename van activiteit. Het is mogelijk dat vleermuizen liever over zee trekken als het zo donker mogelijk is omdat ze dan minder snel ten prooi vallen aan roofdieren.

Over het onderzoek

De studie werd uitgevoerd door Wageningen Marine Research (WMR), in opdracht van Wozep. Omdat vleermuizen een beschermde status hebben wordt er binnen het ecologische programma onderzoek gedaan om de mogelijke effecten van de aanwezigheid van windparken op zee in kaart te brengen. Met behulp van deze informatie kunnen er speciale voorschriften worden vastgesteld om rekening te houden met het gedrag van vleermuizen. Er lopen nog meer onderzoeken om de kennis te vergroten en te verfijnen.

Het rapport Spatiotemporal occurrence of bats at the southern North Sea 2017-2020 is nu te downloaden.