Alle windparken op de Nederlandse Noordzee zijn aangesloten op het hoogspanningsnet op land. Dat betekent dat elektriciteit van de Noordzee hierop terecht komt. Via het hoogspanningsnet gaat een deel van de elektriciteit naar (industriële) grootverbruikers, die zich vooral in de havengebieden bevinden. De eigenaren van de windparken op zee sluiten daarvoor vaak contracten af met deze grootverbruikers. Het andere deel van de stroom kan dan gaan naar andere verbruikers en huishoudens. Denk bij andere verbruikers aan kleinere bedrijven, kantoren en elektrische voertuigen zoals auto’s en bussen. Het is de bedoeling dat windparken op zee in 2030 40% van onze totale (huishoudens en industrie) elektriciteitsbehoefte leveren. Meer informatie.
De kabels vanuit de windenergiegebieden lopen naar verschillende stations op land, dicht bij de kust. Deze transformatorstations functioneren als aansluitlocaties: ze zijn aangesloten op het hoogspanningsnet op land, zodat de windenergie van zee naar huishoudens en bedrijven in Nederland kan. Meer informatie.
Er komen steeds meer windparken op zee. Die helpen de energietransitie verder, maar vragen ook steeds meer van het elektriciteitsnet. Zo wordt windenergie op zee straks allemaal op (vrijwel) dezelfde momenten opgewekt. Dat legt groot beslag op het elektriciteitsnet. De netbeheerders gaan de netten daarom grootschalig verzwaren. Dat duurt meerdere jaren. Voor in de tussentijd worden er andere oplossingen gezocht, ook omdat netverzwaringen kostbaar zijn. Het gaat dan om het spreiden van de aansluitingen van windparken op zee op het elektriciteitsnet op land en het aansluiten vlakbij grote (industriële) energieverbruikers waardoor de noodzaak beperkt blijft om de energie over grote afstanden te transporteren. Meer informatie.