Veelgestelde vragen
Waarom wind op zee?
Windenergie op zee speelt een grote rol in de energietransitie omdat het een goedkope, grootschalig beschikbare energiebron is, die veel minder CO2 en stikstof uitstoot dan een kolen- of gascentrale die elektriciteit maakt. De Noordzee is bovendien een gunstige plek voor windturbines vanwege de relatief geringe waterdiepte (waardoor het makkelijker bouwen is), het gunstige windklimaat en de nabijheid van goede havens en (industriële) energieverbruikers. Meer informatie.
Nederland heeft de doelstelling om de CO2-uitstoot in 2030 met ten minste 55% terug te dringen. Door het kabinet is gekozen vooral in te zetten op windenergie op zee omdat dit een duurzame energiebron is die grootschalig in ons land beschikbaar is. Maar de zee is ook nodig voor andere functies (visserij, scheepsroutes, natuur, mijnbouwactiviteiten), waardoor ook hernieuwbare opwekking op land nodig is, om deze doelstelling te bereiken. Windenergie op land is, net als windenergie op zee volgens het Planbureau van de Leefomgeving, één van de goedkoopste en meest efficiënte bronnen van duurzame elektriciteit en daarmee onmisbaar in de energietransitie. Meer informatie.
Om windenergie op zee zo snel mogelijk te realiseren, streeft de Rijksoverheid ernaar om de stappen in de voorbereiding en aanleg zo vlot mogelijk te doorlopen, bijvoorbeeld door ze zoveel mogelijk gelijktijdig in gang te zetten. Maar er is een aantal verplichte zaken die tijd kosten, zoals het opstellen van een milieueffectrapportage of het betrekken van belanghebbenden bij procedures. De aansluiting van het windpark met het elektriciteitsnet op land heeft de langste doorlooptijd. Dat komt omdat daarvoor ook kabeltracés en hoogspanningsstations op land aangelegd moeten worden. Hiervoor is zorgvuldige afstemming met omwonenden en belanghebbenden nodig.
De productie van elektriciteit met een windpark op zee veroorzaakt 40 tot 80 keer minder CO2-uitstoot dan dezelfde productie in een aardgascentrale of kolencentrale. Daarnaast bespaart een windpark op zee ook de uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof, stoffen die slecht zijn voor de gezondheid en de natuur. De uitstoot van broeikasgassen bij het produceren, transporteren, onderhouden en verwijderen van een windturbine zelf is maar een fractie van de hoeveelheid broeikasgassen die hij bespaart tijdens zijn levensduur.
Waar?
Wanneer er in uw omgeving concrete plannen zijn voor een windpark op zee en/of de aansluiting daarvan op het elektriciteitsnet zult u hierover geïnformeerd worden door de Rijksoverheid (voor de windparken) en TenneT (voor de netaansluitingen, bijvoorbeeld via lokale kranten of een nieuwsbrief. U zult hierbij ook geïnformeerd worden over de mogelijkheden voor participatie in inspraak gedurende het project. Informatie over energieprojecten die onder bevoegdheid van het Rijk vallen staan beschreven op de website van bureau energieprojecten.
Het kabinet stelt elke 6 jaar een Nationaal Waterprogramma op. Daarin legt het de locaties vast van gebieden waarin de ontwikkeling van windparken op zee mag plaatsvinden. De locaties van de al aangewezen windenergiegebieden staan in het Programma Noordzee 2022-2027. Aan het aanwijzen van de windenergiegebieden is een zorgvuldig proces voorafgegaan. De Rijksoverheid heeft aandachtig gekeken naar de meest geschikte locaties voor het ontwikkelen van windparken. Hierbij heeft ze zoveel mogelijk rekening gehouden met alle andere activiteiten op de Noordzee.
Besluitvorming & participatie
Het kabinet stelt elke 6 jaar een nationaal waterplan op. Daarin legt het de locaties vast van gebieden waarin de ontwikkeling van windparken op zee mag plaatsvinden. De locaties van de al aangewezen windenergiegebieden staan in het Nationaal Waterplan 2016-2021. Aan het aanwijzen van de windenergiegebieden is een zorgvuldig proces voorafgegaan. De Rijksoverheid heeft aandachtig gekeken naar de meest geschikte locaties voor het ontwikkelen van windparken. Hierbij heeft ze zoveel mogelijk rekening gehouden met alle andere activiteiten op de Noordzee.
Bij zowel de kavelbesluiten voor de windparken als de inpassingsplannen voor de netaansluitingen is er allereerst altijd een formele besluitvormingsprocedure waarop iedereen die dat wil zienswijzen kan indienen, die bij de uiteindelijke besluitvorming worden betrokken. Er zijn twee momenten waarop u een zienswijze kan indienen:
- Het eerste moment is na de publicatie van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Deze notitie beschrijft hoe de te verwachten effecten op de omgeving zullen worden onderzocht in de milieueffectrapportage (MER), die de initiatiefnemer verplicht is te maken. Bij de kavelbesluiten is het Rijk de initiatiefnemer, bij de netaansluitingen is dit de netbeheerder van het net op zee, TenneT.
- Het tweede moment is na de publicatie van het ontwerpkavelbesluit of ontwerp-inpassingsplan en de bijbehorende MER.
Zowel de publicatie van de NRD als die van het ontwerpbesluit of -inpassingsplan worden bekend gemaakt, vaak ook via de lokale huis- aan huisbladen in de betrokken gemeenten. Ook organiseert de initiatiefnemer een of meer inloopbijeenkomsten waar hij de plannen toelicht en waar ruimte is voor reactie. Na publicatie van het definitieve kavelbesluit of inpassingsplan kan degene die eerder een zienswijze heeft ingediend in beroep gaan bij de Raad van State als hij het niet eens is met het definitieve besluit.
In tegenstelling tot de windparken op zee kan de besluitvorming over de netaansluitingen gevolgen hebben voor omwonenden. Daarom telt de initiatiefnemer hiervoor in aanvulling op de bovenstaande formele procedure een participatieplan op en publiceert deze. Dit participatieplan geeft aan hoe de omgeving, waaronder burgers, mee kunnen denken over het betreffende project. Vaak stelt de initiatiefnemer voor dit soort projecten ook een projectenwebsite beschikbaar voor meer informatie over het project en het participatieplan. Ook organiseert de initiatiefnemer bijeenkomsten waar hij de plannen toelicht en u daarover vragen kan stellen en/of uw reactie kan geven. Bij de netaansluitingen geven de betrokken gemeente(n) en provincie(s) ook een advies met daarin een voorkeur voor een bepaalde kabelroute en aansluitlocatie. De minister van Klimaat en Groene Groei betrekt dit regio-advies bij het besluit over het uiteindelijke voorkeursalternatief (de kabelroute en aansluitlocatie). Meer informatie.
Natuur
Over de directe effecten van windparken op de kwetsbare diersoorten is al veel kennis. Die kennis wordt ook gebruikt om maatregelen te treffen die deze effecten verminderen. Deze maatregelen staan in verplichtende voorschriften aan de vergunninghouder(s) in de kavelbesluiten voor windparken op zee. Voorbeelden van dergelijke voorschriften zijn:
- Een geluidsnorm voor heiwerkzaamheden bij de aanleg van windturbines om bruinvissen en zeehonden te beschermen.
- Een verplichting om bij massale vogeltrek de windturbines (nagenoeg) stil te zetten om botsingen met de wieken te voorkomen.
- Een stilstandsverplichting bij omstandigheden waarin vleermuizen massaal de Noordzee oversteken.
Hierover is nog weinig bekend en wordt daarom onderzocht. Op dit moment is het vermoeden dat windturbines op zee lokaal effect kunnen hebben op onder andere golven, stromingspatronen en troebelheid van het water. Dat kan weer effect hebben op de productie van plantaardig materiaal en plankton. Plankton is voedsel voor onder andere vissen en vissen zijn op hun beurt weer voedsel voor andere vissen, vogels en zeezoogdieren. Dat wil zeggen dat er dus mogelijk een effect kan zijn op de voedselketen en de daarin levende kwetsbare soorten. Of dit effect positief of negatief is moet nog uit onderzoek blijken.
De overheid onderzoekt daarnaast ook of de ligging en omvang van een windpark invloed heeft op het effect op het ecosysteem.
Windturbines op zee krijgen veel te verduren. Regendruppels in combinatie met een hoge draaisnelheid kan erosie veroorzaken bij de bladen van de turbine. Er kunnen dan stukjes afbreken bestaande uit glasvezel in een epoxy matrix, en verf. Dit is hetzelfde materiaal als van een polyester zeilboot of surfplank. Het materiaal is niet giftig, maar hoort natuurlijk niet in de natuur. Deze erosie is vooral een probleem bij oudere windturbines. Tegenwoordig zijn goede oplossingen voorhanden voor dit probleem en wordt er systematisch onderhoud uitgevoerd, waardoor de meeste erosie wordt voorkomen. Het voorkomen van erosie is immers beter dan genezen, ook economisch gezien, want het repareren van bladen van windmolens op zee is een kostbare en tijdrovende zaak.
De natuur is beschermd via de wet Natuurbescherming. De windparken op zee moeten aan de voorwaarden van die wet voldoen. Daarvoor zijn in de kavelbesluiten voor de windparken voorschriften opgenomen op grond waarvan de windturbines stilgezet moeten worden bij vogel- of vleermuistrek. Om de natuur onder water te beschermen gelden geluidsnormen voor de aanleg van windparken. Ook is er een verplichting om het windpark zodanig te ontwerpen en te realiseren dat het park actief bijdraagt aan versterking van een gezonde zee en versterking van behoud en duurzaam gebruik van soorten en habitats die van nature in Nederland voorkomen. Meer informatie.
Nee, dat is niet zo. De toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt daarover tijdens het Notaoverleg Akkoord voor de Noordzee in de Tweede Kamer op 27 januari 2021:
Uitgeschreven tekst:
Ik heb diversen van Uw leden overigens ook horen zeggen of vragen van hoe zit het nou precies met als er dan windenergie wordt aangelegd of dat weer tot een extra natuuropgave leidt […]
Dat is niet het geval. Het is niet zo dat de windenergie die aangelegd wordt in zichzelf dus weer gecompenseerd moet worden met natuur elders. De natuurdoelen die liggen gewoon vast in de Natura-2000 besluiten en het is dus ook niet zo dat die gebieden gesloten worden ómdat daar weer windparken worden aangelegd. Die natuurgebieden worden gesloten omdat daar ook afspraken over gemaakt zijn destijds en waar nu ook in dit Noordzeeakkoord invulling aan wordt gegeven. Dus ik wil die onduidelijkheid graag wegnemen, want ik hoorde hem in diverse bijdragen langskomen. Daar zit dus niet een één op één relatie.
In aanvulling op de uitspraak van de minister is het goed te weten dat in de kavelbesluiten voor windparken op zee verplichtende voorschriften zijn opgenomen om de gevolgen van windparken op zee voor de natuur zoveel mogelijk te beperken. Het gaat dan bijvoorbeeld om maatregelen ter vermindering van het heigeluid bij de aanleg van de funderingen en stilstand-voorzieningen om het aantal vogel- en vleermuisslachtoffers te beperken.
Visserij
Het is druk op de Noordzee. Onder andere scheepvaart, natuur, visserij en militaire oefengebieden vragen ruimte. Die ruimte die alle tot omstreeks 2030 geplande windparken innemen, is circa 4,5% van het Nederlandse zeegebied. Met onderzoek en pilots wordt bekeken of passieve visserij binnen windparken een bron van alternatieve inkomsten kan zijn voor vissers. Ook kan door windparken compact te bouwen (meer windturbines per vierkante kilometer) daarbuiten meer ruimte overblijven voor bijvoorbeeld de vissers. Om de toekomstige ontwikkelingen van de Noordzee te bespreken is er een Noordzeeoverleg ingesteld tussen Rijk, vissers en milieuorganisaties. Meer informatie.
De komst van windparken op zee leidt tot ruimtevermindering voor intensieve visserij met sleepnetten. Wel ontstaan er mogelijkheden voor vormen van passieve visserij, viskweek en voor bijvoorbeeld zeewierteelt. Het wegvallen van sleepnetvisserij in windparken kan leiden tot de ontwikkeling en terugkeer van bodemdieren die er voor de intensieve visserij voorkwamen, waaronder oesterbanken. Herstel gaat echter langzaam waardoor er veel tijd overheen gaat voordat de effecten duidelijk worden. Op en nabij windturbines is al wel aangetoond dat zich andere soortenrijke gemeenschappen met mosselen en commerciële vissoorten als kabeljauw en Noordzeekrab vestigen die in het verleden veel meer voorkwamen.
Materiaalgebruik & recycling
De eerste generatie windturbines raken nu aan het einde van hun levensduur en worden vervangen door moderne windturbines. Windturbines kunnen al voor 85% tot 90% worden hergebruikt. De meeste onderdelen van een windturbine - de fundering, toren, onderdelen van de versnellingsbak en generator - zijn gemaakt van metaal en/of beton en daarmee goed recyclebaar. Windturbinebladen (de wieken) vormen een specifieke uitdaging. Windturbinebladen zijn gemaakt van composietmaterialen die de prestaties van de windturbine verbeteren door lichtere en langere bladen mogelijk te maken. De complexiteit van dit composietmateriaal vereist specifieke recyclingprocessen.
Op dit moment is de belangrijkste technologie voor het recyclen van composietafval via co-verwerking van cement. Daarbij worden grondstoffen voor de productie van cement gedeeltelijk vervangen door de glasvezels en vulstoffen in de composiet. De organische fractie vervangt steenkool als brandstof voor de cementproductie. Dit vermindert ook de uitstoot van CO2 bij het maken van cement.
Dit is echter een laagwaardig hergebruik van materialen. Daarom zoekt de windsector naar alternatieve hoogwaardiger mogelijkheden om het materiaal van de windturbinebladen te hergebruiken. De windindustrie werkt samen met de chemische en samenstellingsindustrieën om effectieve manieren te vinden om dit te doen. In dit artikel leest u hoe een proces is ontdekt om de hoogwaardige vezels in afgedankte turbinebladen te hergebruiken.
Beter nog is het recyclebaar ontwerpen van turbinebladen door het gebruik van een combinatie van materialen die na afloop eenvoudiger te scheiden is. In mei 2021 maakte windturbinefabrikant Vestas bekend met een nieuwe techniek hierdoor windturbinebladen volledig te kunnen hergebruiken. Lees daar hier meer over. Met deze nieuwe techniek kunnen windturbines in principe geheel afvalvrij hergebruikt worden.
Meer informatie is te vinden in het rapport van het Europese Technologie & Innovatieplatform over Windenergie (ETIPWind) of luister hier een radio interview over de herbruikbaarheid van verschillende elementen van windturbines.
Net op Zee
Alle windparken op de Nederlandse Noordzee zijn aangesloten op het hoogspanningsnet op land. Dat betekent dat elektriciteit van de Noordzee hierop terecht komt. Via het hoogspanningsnet gaat een deel van de elektriciteit naar (industriële) grootverbruikers, die zich vooral in de havengebieden bevinden. De eigenaren van de windparken op zee sluiten daarvoor vaak contracten af met deze grootverbruikers. Het andere deel van de stroom kan dan gaan naar andere verbruikers en huishoudens. Denk bij andere verbruikers aan kleinere bedrijven, kantoren en elektrische voertuigen zoals auto’s en bussen. Het is de bedoeling dat windparken op zee in 2030 40% van onze totale (huishoudens en industrie) elektriciteitsbehoefte leveren. Meer informatie.
De kabels vanuit de windenergiegebieden lopen naar verschillende stations op land, dicht bij de kust. Deze transformatorstations functioneren als aansluitlocaties: ze zijn aangesloten op het hoogspanningsnet op land, zodat de windenergie van zee naar huishoudens en bedrijven in Nederland kan. Meer informatie.
Er komen steeds meer windparken op zee. Die helpen de energietransitie verder, maar vragen ook steeds meer van het elektriciteitsnet. Zo wordt windenergie op zee straks allemaal op (vrijwel) dezelfde momenten opgewekt. Dat legt groot beslag op het elektriciteitsnet. De netbeheerders gaan de netten daarom grootschalig verzwaren. Dat duurt meerdere jaren. Voor in de tussentijd worden er andere oplossingen gezocht, ook omdat netverzwaringen kostbaar zijn. Het gaat dan om het spreiden van de aansluitingen van windparken op zee op het elektriciteitsnet op land en het aansluiten vlakbij grote (industriële) energieverbruikers waardoor de noodzaak beperkt blijft om de energie over grote afstanden te transporteren. Meer informatie.
Toekomst & innovatie
Het kabinet wil zoveel mogelijk elektriciteit halen uit zon en wind. Daarnaast is er een vorm van elektriciteitsproductie nodig die niet uit wind of zon komt (het zogenoemde regelbare vermogen). Het elektriciteitssysteem kan in de toekomst op een aantal manieren met CO2–vrije regelbare productie worden gevoed: met elektriciteit uit CO2-vrije waterstof of uit andere hernieuwbare bronnen zoals biomassa en groen gas, uit kernenergie, of uit fossiele bronnen waarbij CO2 wordt afgevangen. Ten slotte kunnen meer en grotere verbindingen tussen ons energiesysteem en dat van omringende landen en opslag/buffering van energie ons helpen om de fluctuaties in de beschikbaarheid van zonne- en windenergie te helpen opvangen. Meer informatie.
De Rijksoverheid stimuleert op verschillende manieren innovatie in windenergie op zee. Zo is in het windenergiegebied Borssele op zee een apart innovatiekavel (kavel V) ingericht. Vanaf 2020 test het consortium dat de tender voor dit kavel in 2018 won bij twee windturbines verschillende innovaties, zoals onder meer de ‘Slip Joint’, voor windparken in de praktijk. Bij de tender (voorjaar 2020) voor het kavel in Hollandse Kust (noord) kent de Rijksoverheid extra punten toe aan biedingen die innovaties demonstreren in een commercieel windpark. Dit windpark zal in 2024 gaan draaien.
In aansluiting op het innovatiebeleid van de Rijksoverheid is het Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) Wind op zee in het leven geroepen, waarin overheid en bedrijfsleven samenwerken. Het TKI maakt zich bijvoorbeeld sterk voor optimalisatie van het onderhoud van windturbines maar ook voor voldoende en goed onderzoek naar de interactie tussen windparken en natuur. Meer informatie over de innovatieve projecten van het TKI Wind op Zee vind je hier.
Ten slotte worden ook voor het transport van de geproduceerde windenergie van zee naar land nieuwe concepten ontwikkeld. TenneT past voor het windenergiegebied IJmuiden Ver voor het eerst gelijkstroomverbindingen toe met een vermogen van 2 gigawatt. Ook onderzoekt TenneT met de Rijksoverheid een WindConnector: een verbinding vanuit het windenergiegebied IJmuiden Ver met nabij gelegen Engelse windparken. Een internationaal consortium met o.a. TenneT, Gasunie en het Rotterdams Havenbedrijf ontwikkelt het concept voor een North Sea Windpower Hub: een kunstmatig eiland waar energie uit meerdere windparken samenkomt en via directe verbindingen naar deelnemende landen gaat. De opgewekte energie wordt daarbij via kabels getransporteerd als elektriciteit of omgezet in waterstof en vervoerd via (gas)pijpleidingen. Meer informatie.
Er zijn tot nu toe geen plannen voor drijvende windparken in het Nederlandse deel van de Noordzee. De diepte in dit deel van de Noordzee is geschikt om windturbines te plaatsen op stalen pijpen (zogenaamde ‘monopiles’) die in de zeebodem worden geheid. Dat is tot dusverre de meest gebruikte en goedkoopste manier om windturbines op zee te plaatsen. Uiteindelijk is het aan de vergunninghouder van een windpark om te kiezen voor de wijze waarop deze het windpark aanlegt. Voor meer informatie over de bouw van windparken kunt u ook terecht bij de vergunninghouders van de windparken, zoals Vattenfall, Orsted, Eneco en Blauwwind of bij windbrancheorganisatie NWEA. Meer informatie.
Overig
Op zee geproduceerde elektriciteit wordt via het elektriciteitsnetwerk door Nederland verspreid. In 2030 zullen alle beoogde windparken op zee in totaal circa 90 terawattuur (TWh) aan elektriciteit produceren. Dat is ongeveer 75 procent van ons huidige elektriciteitsverbruik. Het is goed mogelijk dat de elektriciteit die u gebruikt (deels) door windparken op zee wordt opgewekt. De kans hierop zal de komende jaren toenemen door de grotere energieproductie op zee. Omdat alle in Nederland geproduceerde elektriciteit via hetzelfde elektriciteitsnetwerk wordt verspreid kan niet met zekerheid gezegd worden of de elektriciteit uit uw stopcontact van zee komt. Meer informatie.
Één windturbine op zee van 10 MW levert per jaar circa 46.000 MWh. Een gemiddeld huishouden in Nederland verbruikt per jaar ca. 2.450 kWh, zie dit rapport van het Centraal Bureau Voor de Statistiek. Dat betekent dat 1 turbine van 10 MW genoeg elektriciteit levert voor ruim 18.000 huishoudens.
Vertaald naar alledaagse elektrische apparaten levert 1 windturbine van 10 MW genoeg elektriciteit om een uur lang:
· 2675 waterkokers (met een vermogen van 2000 W) te laten koken;
· 5350 klapboormachines (met een vermogen van 1000 W) te laten draaien;
· 53500 straatlantaarns (met een vermogen van 100 W) te laten branden;
· 3567 wasmachines (met een vermogen van 1500 W) te laten draaien;
· 1783 frituurpannen (met een vermogen van 3000 W) te laten frituren.
Om ook elektriciteit te kunnen gebruiken als de zon niet schijnt of de wind niet waait moeten we ons elektriciteitssysteem flexibeler en slimmer maken. Daarvoor is er energie nodig die niet uit wind of zon komt en waarvan de beschikbaarheid ook niet afhankelijk is van het weer (het zogenoemde regelbare vermogen). Het elektriciteitssysteem kan in de toekomst op een aantal manieren met CO2–vrije regelbare productie worden gevoed: met elektriciteit uit CO2-vrije waterstof of uit andere hernieuwbare bronnen zoals biomassa en groen gas, uit kernenergie, of uit fossiele bronnen waarbij CO2 wordt afgevangen. Anderzijds kunnen ook meer en grotere verbindingen tussen ons energiesysteem en dat van omringende landen en opslag/buffering van energie ons helpen om de fluctuaties in de beschikbaarheid van zonne- en windenergie te helpen opvangen. Ten slotte kunnen we slimmer omgaan met ons energiegebruik: bijvoorbeeld door de was te doen we wanneer de zon schijnt en elektrische auto’s of fietsen op te laden wanneer het waait.
De windturbines staan stil op het moment dat er onderhoud nodig is. Windturbines zetten zichzelf dan automatisch in een ‘onderhoudsstand’. Ze komen op deze manier in een veilige inactieve stand.
Niet alle weersomstandigheden laten het onderhoud op zee toe: de temperatuur, windsnelheid en -richting, golfhoogten en andere factoren spelen hierbij een belangrijke rol.
Als het onderhoud afgerond is, worden de windturbines weer één voor één in gebruik genomen en op die manier wordt de elektriciteitsproductie weer hervat.
Voor de meest actuele informatie per windpark, verwijzen wij u door naar de betreffende vergunninghouders. Meer informatie.
Een hoeveelheid energie wordt uitgedrukt in Joule (afgekort: J).
De hoeveelheid energie die per seconde wordt opgewekt of verbruikt, ook wel aangeduid als het vermogen, wordt uitgedrukt in Watt (1 Watt = 1 Joule per seconde, ofwel J/s).
Grote hoeveelheden worden aangeduid met de voorvoegsel kilo, mega, giga, tera en peta:
Voorvoegsel | Factor | Betekenis | Symbool |
kilo | 103 | duizend | k |
mega | 106 | miljoen | M |
giga | 109 | miljard | G |
tera | 1012 | biljoen | T |
peta | 1015 | biljard | P |
Op onze elektriciteitsrekening betalen we voor elke kilowattuur (kWh) die we verbruiken. 1 kWh = 3.600.000 Joule, ofwel 3,6 megajoule (MJ).
Een windpark met een vermogen van 750 MW levert, indien deze een jaar lang op vol vermogen zou draaien (750 MW x 8760 uur = 6,57 miljoen MWh = 6,57 TWh. Dit is gelijk aan 6,57 x 3,6 = 23,65 PJ.
Omdat het niet het hele jaar hard waait is de jaarlijkse energieproductie in de praktijk ongeveer de helft van deze waarden, ofwel circa 3,3 TWh of ongeveer 11,8 PJ. Wil je weten wat je met de energie van een windturbine kunt doen kijk dan hier.
De aanwezigheid van windparken leidt ertoe dat er minder vrije open zee is. Scheepvaartverkeer wordt daardoor meer gedwongen gebruik te maken van vaste scheepvaartroutes. Daardoor wordt het op die routes drukker.
Toch neemt door de toegenomen drukte op zee het risico op aanvaringen tussen schepen onderling maar in beperkte mate toe. Het risico op aanvaringen en aandrijvingen met windturbines neemt sterker toe. De aandrijving door het in een storm op drift geslagen schip Julietta D in januari 2022 is daarvan een bekend voorbeeld.
Om de scheepvaartveiligheid van windparken op zee te borgen of zo mogelijk te verbeteren, worden maatregelen getroffen. Dit zijn enerzijds maatregelen in en rondom de windparken om ongelukken te voorkomen, zoals het plaatsen van sensoren op de windturbines om zicht te krijgen op de scheepvaart, het uitbreiden van toezicht en handhaving door de Kustwacht en het door de Kustwacht introduceren van een vorm van verkeersbegeleiding vanaf 2025.
Anderzijds worden er ook maatregelen getroffen om in noodsituaties sneller hulp te bieden, bijvoorbeeld door extra sleep- en bergingscapaciteit en extra inzet voor zoek- en reddingactiviteiten. Ten slotte hebben ook de kapitein en rederij van een schip een verantwoordelijkheid voor het veilig varen en voor anker gaan op zee.
Meer informatie vindt u op het Noordzeeloket
De prijsontwikkeling op de energiemarkt bepaalt welke energie opties worden ingezet. Daarbij zal de elektriciteitsprijs in de toekomst meer dan tot nu toe fluctueren van nul of zelf negatieve prijzen (als er veel wind- en zonne-energie beschikbaar is en relatief weinig vraag) tot heel hoge prijzen bij relatieve schaarste. Het hangt af van de beschikbaarheid en kosten van deze opties, maar ook van het type energiecontract dat de consument afsluit (vaste of variabele tarieven) wat dit betekent voor de gemiddelde kilowattuurprijs die de consument betaalt.
De beschikbaarheid van windenergie is variabel, maar wel voorspelbaar. De voorspelbaarheid maakt het mogelijk om bij tekort of overschot aan windenergie in te spelen met de energie opties die al beschikbaar zijn of nog in ontwikkeling zoals, vraagsturing, energieopslag, energieverbindingen met het buitenland, en regelbaar vermogen via bijvoorbeeld gascentrales. Meer hierover vind je onder de vraag ‘Hoe zorgen we voor voldoende elektriciteit als het windstil is en de zon niet schijnt?’