Vissen

9.Effecten op de natuur_vissen Zeezoogdieren Vogels Vleermuizen Bodemleven

In het Nederlandse deel van de Noordzee komen vele verschillende soorten vissen voor. Er zijn circa 145 soorten vissen, waaronder haaien en roggen. Omdat haaien en roggen een beschermde status hebben, is er binnen het Wind op Zee Ecologisch Programma (Wozep) extra aandacht voor deze soorten en de eventuele negatieve effecten van windparken op zee.

Commerciële vissoorten, zoals tong, schol, haring en kabeljauw, zijn niet beschermd onder de Wet Natuurbescherming (ze mogen immers gevangen worden). Het in stand houden van deze soorten is afhankelijk van de visserijdruk. Dat wordt geregeld via het gemeenschappelijk visserijbeleid van de Europese Unie, waaronder voor verschillende soorten vangstquota gelden.

Effect van windturbines

Vissen, waaronder haaien en roggen, kunnen hinder ondervinden van elektromagnetische velden, die worden geproduceerd door de elektriciteitskabels van de windturbines en van de windparken naar het vaste land. Deze elektromagnetische velden kunnen invloed hebben op gedrag, migratie, vinden van voedsel en de voortplanting van een soort. Het is nog onbekend hoe groot deze gevolgen zijn.

Vissen kunnen verstoord worden door heigeluid dat geproduceerd wordt tijdens de aanleg van een windpark. Aan de andere kant kunnen vissen ook worden aangetrokken tot windparken door de aanwezigheid van de turbinepaal en de tegen erosie gebruikte stortstenen aan de voet van de paal. Door die harde structuren is er meer of ander voedsel te vinden of kan het een aantrekkelijke plek zijn om te rusten of dienen als paai- en opgroeiplek voor jonge vis.

Onderzoek

Het vissenonderzoek binnen Wozep richt zich op het vergroten van de kennis over de sterkte van elektromagnetische velden en of er effecten op haaien en roggen zijn (het Elasmopower project). Verder wordt in verschillende projecten gekeken naar de invloed van geluid op het gedrag van vissen.

Maatregelen

Er is een norm voor de hoeveelheid onderwatergeluid die geproduceerd mag worden tijdens het heien van de funderingen van windturbines. Om dit heigeluid te reduceren wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een soort mantel om de heipaal heen of van zogenaamde bellenschermen. Deze maatregelen dempen het onderwatergeluid. Verder worden, voorafgaande aan de heiwerkzaamheden, zeezoogdieren en gevoelige vissen uit het gebied weggejaagd door een geluid waar deze soorten niet van houden. Vervolgens wordt de hei-intensiteit rustig opgebouwd, zodat eventueel achtergebleven dieren de tijd hebben om weg te zwemmen.

Als maatregel om negatieve effecten van elektromagnetische velden te voorkomen, wordt voor de kabels van de windparken naar het vaste land een begraafdiepte van 1 meter voorgeschreven.