Vogels

9.Effecten op de natuur_vogels Zeezoogdieren Vissen Vleermuizen Bodemleven

Op de Noordzee komen vele verschillende vogelsoorten voor. Een deel van deze vogels heeft de Noordzee als permanent leefgebied zoals een aantal zee- en kustvogels. Zeevogels brengen het grootste deel van hun leven op zee door en komen vaak alleen aan land om te broeden. Kustvogels rusten en broeden langs de kust en gaan de zee op om voedsel te zoeken. Als laatste zijn er ook grote hoeveelheden landvogels (zoals zangvogels), die langs of over de Noordzee trekken onderweg van broedgebieden naar overwinteringsgebieden en weer terug.

Effect van windturbines

Windparken op zee kunnen verschillende effecten hebben op vogels. Sommige zee- en kustvogels vermijden het windpark, waardoor het leefgebied van de soort afneemt. Daarnaast is er zowel voor trekvogels als voor kust- en zeevogels, het risico om slachtoffer te worden van een aanvaring met een windturbine.

Onderzoek

Vogels hebben een beschermde status. Daarom wordt onderzoek gedaan naar de mogelijke negatieve effecten van windparken op zee op de kwetsbare vogelsoorten.

Het vogelonderzoek binnen het Wind op zee ecologisch programma (Wozep) richt zich op het vergroten van de kennis over het aantal slachtoffers door aanvaringen met turbines en op de wijze waarop het verlies van leefgebied en het ontstaan van barrières doorwerkt op de conditie (en mogelijk ook populatiegrootte) van vogelsoorten die de windparken vermijden. Het vogelonderzoek op zee wordt gedaan met behulp van onder andere radarsystemen en veldwaarnemingen.

Ook worden vogels voorzien van een zender waardoor ze gevolgd kunnen worden: waar zitten ze op zee? Vermijden ze de windparken? Naast nieuwe gegevens uit Wozep wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van gegevens over vogels, die in andere projecten (ook internationaal) zijn verzameld. Zo wordt dubbel werk voorkomen en worden de modellen om het aantal aanvaringen te voorspellen steeds beter.

Maatregelen

Met behulp van de resultaten van het Wozep en ander onderzoek kunnen onder andere vergunningsvoorschriften worden opgesteld of aangescherpt om zo het aantal vogelslachtoffers te beperken. Zo is er een voorschrift ontwikkeld dat tijdens massale trek van landvogels tussen zonsondergang en zonsopkomst de vergunninghouder van het windpark verplicht om de draaisnelheid van de wieken terug te brengen naar minder dan twee omwentelingen per minuut.